Seksuele digitalisering

 

Ruim honderd minderjarige meisjes slachtoffer van online seksueel misbruik’… Zo vertelde de kop ons. ‘Het grootste onderzoek naar online misbruik in Nederland ooit’… Nota bene in mijn eigen woonplaats. Het klassieke beeld van de kinderlokker (‘kom even mee naar mijn huis, dan krijg je een snoepje…’) verdient een update. Want voor hem leren we onze kinderen wel uitkijken, of voor de man in de bosjes. En hoewel ik één van de uitzonderingen ben voor wie de man in de bosjes een gezicht kreeg, is de werkelijkheid dat we kinderen juist allereerst moeten waarschuwen voor de mensen die ze het meest vertrouwen (ik weet het: pijnlijke paradox, maar de sprekende cijfers vertellen ons dat seksueel misbruik het vaakst wordt gepleegd door een bekende van het slachtoffer). Maar ook zeker voor die onzichtbare pleger die – onder een valse identiteit – op bekende social media kanalen eerst op vriendelijke wijze contact legt met minderjarigen en ze vervolgens dwingt tot het sturen van een (naakt)foto. Met grote gevolgen als het slachtoffer daar gehoor aan geeft. Online seksueel misbruik valt de twijfelachtige eer toe een opwaartse trend te tonen. Het stemt me treurig, maar verrast me niet. En dat stemt me nog treuriger.

 

Veranderingen

Onze arbeidsethos gaat met de tijd mee, onze eetgewoonten, onze normen en waarden met betrekking tot het milieu en duurzaamheid wijzigen geleidelijk; wij mensen staan best open voor verandering. Maar kunnen we het ook allemaal wel bijbenen? Weten we nog echt wat er speelt met name onder kinderen en jongeren? Zo verplaatst het beleven en bedrijven van hun seksualiteit zich meer en meer naar online seksuele handelingen. Via chat, sexting, webcam, noem maar op. Dat geldt ook voor plegers van seksueel geweld. Waar een pleger – pak ‘m beet – 20 jaar geleden fysieke toenadering moest zoeken, kan dat nu – wederom lekker onzichtbaar, zo niet nóg meer onzichtbaar – ook digitaal.

 

Vroeger was alles beter

Ik mijmer graag over vroeger. En ik vind dat er aspecten van het vroeger dat ik ken daadwerkelijk beter waren dan ze nu zijn. Maar het vroegerder dan het vroeger dat ik me herinner, liep je het risico dat je moest trouwen met je verkrachter om de familie eer te redden. Kun jij je dat voorstellen? Ik hoop van harte van niet. Dat probleem hebben we gelukkig getackeld met z’n allen. Althans in het stukje van de wereld waarin ík leef. De komst van internet heeft veel problemen opgelost, maar overduidelijk ook gecreëerd.

 

50+ tinten te donker

Denk maar aan de darkwebs waar allerhande criminaliteit aan de orde van de dag is, waar je kinderporno kan aanbieden en bekijken, waar eind vorig jaar een vader ervan verdacht werd het misbruik van zijn dochters op te hebben genomen en verspreid. Ik krijg er kriebels van tot aan mijn kruin. En dan bedoel ik niet eens perse vanwege het feit (wat uiteraard nooit had mogen gebeuren!), maar vanwege de ondergrondse, ongrijpbare en donkere wereld onder de mijne. Voor de goede orde: Ik begeef me dus niet op het darkweb. Sterker nog: ik ben er als de dood voor. Voor dit stuk heb ik google aangesproken en termen in de zoekbalk ingegeven die ik eerder nooit heb gebruikt en ik kan je verklappen: ik kreeg er zweetaanvallen van. Verstand heb ik dus allerminst van het darkweb, hoe het eruit ziet en wat er exact te halen valt – en hoe je dat stiekem kunt doen… dus hoopte je op antwoorden op die vragen, ga ik je teleurstellen – maar ik weet dat het bestaat en ik weet ook dat het een probleem is.

 

Educatie

Want het begint veel onschuldiger dan bij het darkweb, namelijk bij al die kanalen die wij zelf of onze kinderen ook gebruiken. Plegers krijgen met internet en alle social media kanalen een fantastische mogelijkheid aangereikt om anoniem slachtoffers te ronselen. Ze kunnen zich gemakkelijk voordoen als leeftijdsgenoten door een jeugdige (en onschuldig ogende) profielfoto te gebruiken. Verder lijkt de aanpak van plegers veel op die van plegers van offline misbruik (die profielfoto werkt tenslotte offline niet). Moraal van het verhaal in deze is; sluit je ogen niet. Je vraagt je kind waarschijnlijk wel met wie ze op school hebben gespeeld… Ik roep op om ook te vragen wie ze online hebben ontmoet en met wie ze hebben gekletst of online hebben ‘gespeeld’. We leren onze kinderen in stappen goed uit te kijken met de straat oversteken, maar hoe leren wij onze kinderen om te gaan met internet en social media?

 

Opgelost?

Ik ben er dol op en het is er ook altijd: hoop op verbetering, op verandering in de toekomst. Zo doen hostingpartijen er steeds meer aan om websites met strafbaar materiaal te weren. Politie houdt met speciale teams in de gaten wat er op het darkweb gebeurt. En als we in gesprek blijven en samen alert blijven, geven we online seksueel geweld steeds minder kans. Maar een pasklare oplossing? Die heb ik niet. Heeft iemand die wel? Maar ik verwacht dat met een eventuele oplossing er ook weer andere problemen ontstaan. Want het probleem met het oplossen van problemen is namelijk dat er niet zelden nieuwe problemen voor in de plaats komen. Met een prachtvoorbeeld: het internet.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring.

In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld.

Sarah schrijft regelmatig voor Vlam een artikel, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.