Noor maakte als jonge tiener een verkrachting mee. Die ervaring was zo heftig en gecompliceerd dat ze het jarenlang heeft weggestopt en ontkend. Met haar dichtbundel ‘Echoes that matter’ wil zij nu een bijdrage leveren aan het doorbreken van de stilte.

Vechten, vluchten of bevriezen: hoe je in een bedreigende situatie reageert is niet iets waar je zelf controle over hebt. Het taboe rondom seksueel geweld heeft eraan bijgedragen dat Noor lang niet kon praten over wat ze had meegemaakt. “Mijn ervaring paste niet in het dominante plaatje van een vreemde man die uit de bosjes springt en een slachtoffer dat van zich afslaat. Hierdoor ging ik zelfs twijfelen of wat er met mij was gebeurd wel echt een verkrachting was. Pas veel later leerde ik dat verstijven een heel normale reactie is in bedreigende situaties en dat veel slachtoffers van seksueel geweld niet schreeuwen, schoppen en slaan, simpelweg omdat hun fysiologische traumarespons dat verhindert. Ik heb heel hard moeten werken om mijn eigen stilte te doorbreken, terwijl het een enorm veel voorkomende ervaring is. In Nederland maakt een op de acht vrouwen een verkrachting mee. Bij mannen ligt het cijfer lager en bij transgender- en niet-binaire mensen hoger. Dat betekent dat iedereen wel een paar mensen in de directe omgeving heeft die slachtoffer zijn van seksueel geweld! Ik vind het schrijnend dat er zo weinig mogelijkheden zijn om er openlijk over te spreken.”

Ze begon met het schrijven van gedichten, in eerste instantie alleen voor zichzelf. “Ik was in therapie en probeerde te begrijpen en doorvoelen wat ik jarenlang had weggestopt. Een vel papier voelde veilig: het praatte niet terug en wat ik het toevertrouwde kon ik alsnog voor mezelf houden. Zo kon ik de tijd nemen en eerlijk opschrijven wat ik voelde en dacht, zonder de angst voor mogelijke oordelen van anderen.” Wat later in haar proces ging ze de gedichten delen met haar naasten omdat ze merkte dat ze op die manier makkelijker kon communiceren wat ze doormaakte. De gedichten raakten mensen, en onder haar vrienden bleken lotgenoten te zitten. “De gedichten maakten de weg vrij voor moeilijke maar heel waardevolle gesprekken. Vooral de reacties van lotgenoten waren belangrijk: zij voelden zich gezien en gehoord. Dat gaf me de moed om mijn gedichten te bundelen en verder te verspreiden. Mijn nare verhaal kan zo ook iets positiefs voortbrengen.”

Ze gaf haar dichtbundel de titel ‘Echoes that matter’: “Trauma voelt voor mij als een soort echo. Het is iets uit het verleden dat soms voelt alsof het in het heden plaatsvindt. Er zijn ook andere geluiden die doorklinken: geluiden over seksueel geweld in de samenleving en ideeën die ik vanuit mijn opvoeding heb meegekregen. Al die geluiden echoën door me heen. Door te schrijven en de gedichten uit te geven hervond ik een deel van mezelf. De verkrachting heeft me op een bepaalde manier stukgemaakt. Het doet iets met je eigenwaarde als iemand zo over je grenzen gaat. Het is moeilijk om te geloven dat wie jij bent en wat jij wilt belangrijk is en dat mensen dat hebben te respecteren. De titel is ook een statement: deze ervaring doet ertoe, ik doe ertoe. Daarmee pak ik de controle over mijn verhaal en mijn leven terug.”

De herinneringen aan de verkrachting zijn gefragmenteerd, ze zitten vooral opgeslagen in haar lijf en het heeft haar veel tijd gekost om dat serieus te nemen. “Traumatische herinneringen zijn heel anders dan normale herinneringen, dat gegeven mis ik nog weleens in de weinige uitwisselingen of mediaberichtgeving over seksueel geweld. Er is ook weinig aandacht voor hoe het voelt om aangerand of verkracht te worden, of voor de nasleep ervan. Ik begrijp heel goed dat mensen zich dat liever niet willen voorstellen, toch is het belangrijk om daar woorden voor te vinden. Poëzie is voor mij de perfecte vorm om dit te doen. Met beeldspraak en metaforen kan ik iets duidelijk maken zonder de wreedheid in alle details te beschrijven.” Deze focus op het invoelbaar maken van de pijn wil niet zeggen dat de bundel alleen maar ellende laat zien: “Het neemt je mee in mijn ervaring van het leven na een verkrachting. Veerkracht en helen zijn daar ook onderdeel van.”

Onderaan dit artikel staat Noors gedicht ‘Sorry’. Noor over dit gedicht: “Nog steeds als ik het onderwerp aansnijd voelt het alsof ik het moet omhullen met excuses. ‘Het spijt me dat ik nu over een heel ingewikkeld en naar onderwerp ga praten. Dit gaat ongemakkelijk worden en je wilt het waarschijnlijk niet horen, maar ik ga het toch vertellen’. Dit gedicht is een oproep aan omstanders om het gesprek over gezonde seksuele relaties, grenzen en seksueel geweld makkelijker te maken. Toon oprechte interesse, stel vragen, kom er op een later moment op terug. Vaak zijn mensen bang om je van streek te maken, of ze denken dat je er zelf wel weer over zult beginnen als je daar behoefte aan hebt. Maar zo werkt het voor mij niet. Ik draag dit altijd bij me, het neemt enorm veel ruimte in, maar ik kan dat moeilijk uiten omdat het sociale taboe zo zwaar weegt. In mijn hoofd hield ik een lijstje bij met de personen met wie ik erover had gesproken en hoelang dat inmiddels geleden was. Ik had het gevoel dat ik er pas weer over kon beginnen als er een paar weken verstreken waren waarin ik het met die persoon over andere dingen had gehad. Ik was bang dat mijn slachtofferschap zo allesoverheersend zou worden dat er niets anders van me zou overblijven. Ruimte innemen met dit onderwerp is voor mij makkelijker geworden maar niet vrij van twijfels en zorgen: in een minder opgewekte bui kan ik me een zeurkous voelen. Het zou daarom mooi zijn als we samen meer ruimte kunnen creëren om erover te praten. Oordelende vragen als ‘Had je gedronken?’, ‘Waarom heb je geen aangifte gedaan?’ of ‘Waarom heb je niet geschreeuwd?’ worden ook wel ‘second rape’ genoemd omdat ze veel impact kunnen hebben op het slachtoffer. Laat dit niet gebeuren! En als je zelf seksueel geweld hebt meegemaakt: zoek vooral hulp. Blijf er niet in je eentje mee rondlopen.”

Sorry

I am still trying to figure out
how to talk about this
without it sounding like
an apology
for taking up too much space

Noor is werkzaam bij de Universiteit Utrecht als docent en onderzoeker, waar ze onderzoek doet naar sociale ongelijkheid in de werkcontext, bijvoorbeeld in relatie tot gender, lichaamsomvang en validiteit.

Haar gedichtenbundel ‘Echoes that Matter’ is te koop via Poetry at work

Door de redactie van Vlam