Kinderen met een niet-leuk geheim

Sam lacht wel, maar hij loopt rond met een niet-leuk geheim, omdat hij bang is voor de gevolgen als hij erover zou vertellen. Het geheim is als een vervelend monster dat hem maar niet met rust laat. Het drukt zwaar op hem en volgt hem overal, hij kan er niet van slapen. Zedenrechercheurs Pieter Melsen (politie Rotterdam) en Wouter Vaessen (politie Limburg) schreven het boek ‘Sam en het niet-leuke geheim’ om kinderen te laten zien dat het oplucht om zo’n geheim te delen. En dat er genoeg lieve mensen zijn die kunnen helpen.

Pieter Melsen

Binnen een politie-onderzoek kan het van belang zijn een kind te horen omdat er mogelijk sprake is van seksueel misbruik of andere strafbare feiten waarvan het getuige is geweest, zoals huiselijk geweld. Dit gesprek moet uiterst secuur plaatsvinden: het is ontzettend belangrijk dat de zedenrechercheur het kind zoveel mogelijk vrij laat verklaren. Waarna het kind telkens weer wordt uitgenodigd om verder te vertellen.

Pieter: “Wat je moet zien te voorkomen is het stellen van suggestieve vragen. Of dat het kind jou naar de mond gaat praten omdat het denkt dat jij een bepaald antwoord wilt horen. Wij zijn waarheidsvinders en stellen ons te allen tijde neutraal op. Het kind hoeft bij ons niets en kan ook niets fout doen. Het welzijn van het kind staat voorop. Als het iets niet wil vertellen, hoeft dat niet.

Wouter Vaesen

 

Een vervelend monster dat niet weggaat

Wouter en Pieter kennen elkaar van de opleiding tot studioverhoorder en bespraken vaak hun ervaringen in die rol. Pieter: “Het viel ons op dat veel kinderen het politiebureau haast gebukt binnen komen lopen, alsof ze een nare gebeurtenis met zich meedragen waar ze niet over durven te praten. Als een kind dan besluit om er tijdens het verhoor over te vertellen zien we een heel ander, opgelucht kind de deur uit gaan. Volwassenen weten vaak wel dat het helpt om te praten over nare ervaringen, maar voor kinderen is dat niet altijd vanzelfsprekend. Zij kunnen minder goed relativeren en zijn sneller bang dat iemand boos of verdrietig wordt, dat ze worden uitgelachen of dat er iets heel ergs gebeurt als ze hun geheim zouden vertellen. Soms kregen ze dat ook ingeprent door een misbruiker: het is ‘hun geheimpje’ en ‘mama zal niet meer van je houden als zij het te weten komt’. Met ons boek willen we kinderen duidelijk maken dat ze niet-leuke geheimen altijd mogen vertellen en dat ze zelf mogen kiezen aan wie ze hun verhaal toevertrouwen.”

Sam en het niet-leuke geheim is bedoeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd, maar zeker ook voor ouders, therapeuten, leerkrachten en andere professionals die werken met kinderen. Wat precies het geheim is waar Sam mee worstelt, wordt in het boek niet onthuld. En woorden als ‘politie’ en ‘misbruik’ komen er niet in voor. Pieter: “We wilden het verhaal toepasbaar maken voor ieder kind met een geheim – of dat nu over pesten, diefstal, misbruik of geweld gaat: als preventiemiddel, als tool voor professionals en ouders. Buiten dat is het een ontzettend leuk boek, over een vervelend monstertje dat maar niet weg wil gaan, met een belangrijke boodschap.”

Op zijn eigen manier probeert Sam met zijn niet-leuke geheim om te gaan. Hij probeert ervan af te komen door het weg te schieten met een vuurpijl, en door het in een fles te stoppen die hij vervolgens in zee gooit. Maar wat hij ook probeert… het niet-leuke geheim komt steeds weer terug. Tot Sam zo vermoeid is dat hij in slaap valt in de klas. De meester ziet het, neemt Sam apart en stelt hem de juiste vragen. Sam vertrouwt de meester en besluit over zijn geheim te vertellen. Hierna verdwijnt het. Alles waar Sam bang voor was, gebeurt niet. Aan het einde van het verhaal gaat het al een stuk beter met hem.

 

Genoeg lieve mensen die willen helpen
Wouter en Pieter vonden het belangrijk om niet alleen uit hun eigen ervaring te putten maar het verhaal ook wetenschappelijk te funderen. Hoe werken dingen bijvoorbeeld in het kinderbrein? Om die reden hebben ze de hulp ingeroepen van dr. Iva Bicani, onderzoeker, EMDR-therapeut en hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en directeur-bestuurder van het Landelijk Centrum Seksueel Geweld. Pieter: “Zij heeft ons fantastisch geholpen en gesteund. Ze is in haar vakgebied net zo gepassioneerd als wij in het onze en dat heeft gezorgd voor een heel mooi eindresultaat waar we gigantisch trots op zijn. We hopen dat kinderen na het lezen van ons boek sneller inzien dat het beter is om hun niet-leuke geheim aan iemand te vertellen – als zij zo’n geheim hebben of er ooit mee te maken krijgen – dan dat ze ermee blijven rondlopen. Dat een niet-leuk geheim niet vanzelf weggaat, hoe erg ze hun best ook doen om er niet aan te denken. Uiteraard is het niet altijd zo dat alles weer koek en ei is wanneer een kind besluit te praten over zo’n geheim, maar Sam leert wel dat er ook in de tijd daarna genoeg lieve mensen zijn om hem te helpen. En dat hij zich uiteindelijk beter gaat voelen.”

 

Wat kun je doen wanneer je als ouder of professional vermoedt dat er sprake is van een akelig geheim of (seksueel) misbruik bij een kind? 

“Investeer in het contact met het kind, maar ga niet actief bevragen of er mogelijk sprake is van seksueel misbruik. Vragen als: ‘Heeft er iemand aan jou gezeten?’ of ‘Heb je dingen moeten doen die je niet wilde?’ moet je echt zien te voorkomen. Wat je beter kunt doen is op een rustig moment, bijvoorbeeld voor het slapengaan, de dag doornemen. Vraag naar de leuke dingen die gebeurd zijn. Hierna kun je vragen of er misschien ook niet-leuke dingen zijn gebeurd. Indien je vermoedt dat er iets speelt, geef dan rustig aan dat het kind alles mag vertellen: dat je niets raar vindt, je niet boos zult worden en dat je hem of haar ook niet zult uitlachen. Maar geef geen suggesties. Laat het kind het verhaal vertellen, en luister en stimuleer om verder te vertellen. Op dat moment krijg je het meest zuivere verhaal zonder sturing of inbreng. En hoe moeilijk het ook is, het is heel belangrijk dat je rustig reageert wanneer een kind je iets vertelt wat mogelijk wijst op misbruik. Wanneer je boos wordt, gaat huilen of heel erg schrikt bestaat de kans dat het kind het verhaal aanpast. Geef het kind het gevoel dat je hem of haar gehoord hebt. Ook is het prima om aan te geven dat je het er op dat moment niet over kunt of wilt hebben: ‘Ik heb goed gehoord wat je me net verteld hebt. Vind je het goed als we daar thuis even samen voor gaan zitten? Dan mag je me er daar verder over vertellen.’ Jonge kinderen zullen seksuele handelingen niet direct associëren met seks, iets wat volwassenen wel doen. Jouw primaire reactie, hoe begrijpelijk ook, kan daarom schrikken zijn voor het kind. Luister vooral goed naar wat het kind vertelt en reageer met vragen als: ‘En verder…?’ Zoals wij tijdens onze opleiding geleerd hebben: de beste verhoorders zijn zij die de minste vragen stellen.”

 

Indien er een vermoeden is van (seksueel) misbruik naar aanleiding van uitspraken van een kind: probeer goed te onthouden (schrijf desnoods op) wat het kind precies heeft gezegd en neem contact op met de zedenpolitie (0900-8844) of het Centrum Seksueel Geweld (0800-0188) voor advies. Ga het kind niet zelf bevragen: zo blijft het verhaal zuiver. 

 

‘Sam en het niet-leuke geheim’ verschijnt op 20 april bij uitgeverij Vesper Publishing.

Door de redactie van Vlam