De punt van de V

Hoe gaat dat nou in zijn werk, een leven met meerdere partners? Er was een tijd dat ik ongeveer één nacht per week mijn vaste ‘nest’-partner alleen liet om tijd door te brengen met mijn andere partner. Zo begon het natuurlijk niet, het was een kwestie van langzaam opbouwen. Een man uit onze vriendenkring liet weten interesse in me te hebben. Daar moest ik eerst aan wennen, enerzijds omdat ik al in een tamelijk vaste relatie zat en anderszijds omdat ik niet begreep wat hij precies in me zag. Dat één man me leuk vindt is tot daar aantoe, maar meerdere? Over de hoogte van mijn zelfvertrouwen in die fase zullen we maar niet teveel zeggen. Dat zelfvertrouwen is inmiddels behoorlijk, excusez le mot, opgekrikt.

Vaste partner was zelf een voorstander van open relaties, dus mijn eerstgenoemde twijfel was snel van tafel geveegd. Andere partner had aan zijn kant al zeker drie andere relaties, voor hem was delen normaal. Toch duurde het een goed half jaar voordat ik me veilig en comfortabel genoeg voelde om bij de andere partner naakt in bed te stappen. De volgende ochtend appte ik ongerust naar mijn vaste partner: of het wel echt écht ECHT ok was dat ik na vier jaar monogamie met iemand anders sex had gehad. Jaha, was het antwoord.

Tot dat punt was ik al jaren met mezelf in debat óf ik een open relatie wel aandurfde of aanwilde. Ik had altijd richting de ‘nee’ geleund, richting de conservatieve optie, die veiliger voelde. Alleen daarmee had ik de vaste partner een leven ontzegd waar hij wel behoefte aan had. En ik was zelf ook stiknieuwsgierig. Ik ontspande, gaf toe en de new relationship energy (zie column ‘Meer-liefde’) het over van mijn weldenkende brein.

De sex met de andere partner was fenomenaal. Ik genoot van de gelukzalige glorie, het trompetgeschal van cherubijnen die rondom zijn bed vlogen, de overweldigende verliefdheid die tussen ons knetterde als bliksem op een zomernacht, en reisde al snel heen en weer tussen twee levens. Daarmee was ik, zoals dat heet, de ‘punt van de V’, de enige verbinding tussen twee aparte uiteinden. Dat vereiste dat ik steeds overstapte van de ene bubbel naar de andere, zoals je ook moet overschakelen van werk naar privé, of van oma’s verjaardag naar een trancefestival.

Goede sex buiten de deur bleek binnenshuis ook tot betere resultaten te leiden, zeker in de eerste maanden. Mijn twee partners werden bevriend en spraken elkaar af en toe buiten mij om, ook al was het dan uitsluitend over computers. Als we gedrieën in dezelfde ruimte waren, namen ze me in de maling met flauwe geintjes. Door de dubbele aandacht voelde ik me net een ingestraald flesje water. We grapten ook wel eens over threesome sex, al is het zover nooit gekomen.

De mannen hadden ieder ook weer andere relaties, feitelijk waren we allemaal zowel de onderste als de bovenste punt van een V, een hele keten van relaties. Tot we, na het doven van het eerste erosvuur, erachter kwamen hoe een flinke trap aan één kant de hele keten kan laten wankelen. Maar dat verdient een eigen column.