Poseur

Wat is eigenlijk het tegenovergestelde van imposter-syndrome? Poseur-syndroom? Want als je bang bent dat je minder waard bent dan de mensen denken, dat je er ‘stiekem niet bij hoort’ dan moet het tegenovergestelde daarvan toch een opgeblazen gewichtigdoener zijn, alles in het werk stelt om de aandacht op zich te vestigen, ook als er niets bijzonder aan die persoon is behalve het enorme ego. We zien die types helaas teveel in de landelijke politiek, verder lees ik er vrij weinig over. Over angst en stress ben ik echter zo doodgegooid met informatie dat ik er inmiddels zelf een boek over kan schrijven. Dat zegt toch iets over hoe we in de samenleving met elkaar omgaan.

In meer dan 80% van mijn omgeving kan ik niet 100% mezelf zijn. Dat is niet erg. Niet iedereen hoeft te weten hoe ik mijn leven precies inricht. Laten we wel zijn, van de meeste andere mensen interesseert het me ook geen ene klap wat ze precies achter hun voordeur of in hun vrije tijd doen. Zolang ze maar gelukkig zijn en niet teveel evangeliseren over hun sport, religie of hobby.

Ondertussen is het wel fijn om bij een aantal mensen, die krappe 20% van mijn sociale cirkel, wél precies te kunnen zeggen wat ik wil zonder dat ik vooraf mijn zinnen moet scannen om te zien of er iets tussen zit wat niet geaccepteerd is. Dat zijn de mensen die me al langer kennen, en bovendien alleen de mensen die net als ik wat norm-afwijkende voorkeuren hebben in de slaapkamer. Als ik geen grappen met je maak over anale seks, dan kennen we elkaar duidelijk niet goed genoeg. Probeer het niet persoonlijk op te vatten.

De mensen waarbij ik me meer thuis voel, vallen er zelf ook een beetje uit: kunstenaars, schrijvers, dichters, metal-musici, polyamoristen, licht anarchistisch volk. Ik mis mijn 20 procent, mijn dorp van gelijkgestemden. Nog even volhouden, wordt er gezegd, en ik geloof daar weinig meer van. Ons leven is permanent veranderd. Hoe anders weten we nog niet. Ik ga in ieder geval weer mensen knuffelen, als ze dat ook willen.

De semi-verplichte sociale uitjes mis ik overigens helemaal niet. Daar had ik altijd het gevoel dat ik er niet tussen hoorde, dat ik zweefde. Want ik kijk geen televisie, lees alleen de zaterdagkrant, ken geen enkele reclame en luister naar muziek uit de jaren 80 van de vorige eeuw. Als je dan weer met de beste bedoelingen op bezoek gaat voor de verjaardag van een aangetrouwde tante, ligt imposter-syndrome snel op de loer. Ben ik nou gek, of zijn jullie het, met je aandelen en geklets over de nieuwste auto? Dan poseer ik wel als elitaire boekenlezer die het bed deelt met meerdere mannen. Ga leven, voor zover dat kan!