Flexibele tradities voor een kastvrije wereld

Hoe kun je als hetero en CIS-gender zorgen voor een kastvrije wereld?

Op linkedIn plaatste ik een oproep om in contact te komen met mensen die van een kastloze wereld de norm willen maken en zich daar actief voor inzetten. Want een open houding en respect hebben voor elkaar is allemaal goed en aardig; maar wat betekent dat precies en hoe ziet dat er concreet uit? Met deze interviews wil ik de hetero-mens van ideeën voorzien over hoe je dat doet: geen kasten bouwen. Zolang mensen niet uit de kast hoeven komen als hetero, lijkt me dat wel zo fair.

Deze keer Bamber Delver. Hij is Auteur van het “Handboek Tegen Pesten”, Directeur van Media & Maatschappij en Hoofddocent Nationale Opleiding Media Coach. Daarnaast is Bamber gecertificeerd Extern Vertrouwenspersoon.

 

Vanwaar je interesse in een kastloze wereld?

‘Ik kom uit een gezin waarbij er tegen de tijdsgeest in al veel ontdekt werd op het gebied van genderrollen. In het kleine dorpje waar ik opgroeide werd er bijvoorbeeld niet per se positief gekeken naar mijn werkende moeder. Als mensen daar moeilijk over deden zei mijn vader altijd ‘dat mag ze van mij’. En met dat mandaat was de kous dan af.’

‘Mijn ouders hebben zo geworsteld toen ik uit de kast kwam als homo en later ook met het gegeven dat mijn partner en ik vaders werden. Maar zij hebben eigenlijk precies gedaan, wat jij Sabine met je serie artikelen beoogt. Zij doorbraken zonder discussie, zonder dat wij er naar moesten vragen, gewoon vanzelfsprekend en uit eigen initiatief het heteronormatieve beeld. Ik heb enorme bewondering voor hoe zij hun proces hierin in stilte zijn aangegaan.’

 

Hoe deden ze dat?

‘We hadden de keuze voor het vaderschap niet overlegd. Mijn ouders hadden er geen zeggenschap in gekregen. Dat vonden ze lastig. Maar toen onze zoon eenmaal geboren was, deed mijn moeder, zonder het ooit te benoemen, iets fantastisch. Ik weet nog goed dat we op bezoek kwamen om kerst te vieren en dat de kerststal een nieuwe opstelling had: twee herdertjes stonden als vaders bij het kindeke Jezus.’

‘Toen mijn moeder overleed schafte ik zelf de houten kerststal van Dick Bruna aan. Natuurlijk wilde ik onze versie van kerst ook weer terug laten komen in de opstelling. Dat heb ik immers zo geleerd van mijn moeder. Ik zette ik Josef met één van de herders bij de kribbe. En Maria staat bij de herders. Zo simpel is het. Voor onze zoon is dat heel vanzelfsprekend. Hij heeft zich nooit afgevraagd waar Maria was.’

 

Waar loop je tegenaan?

‘Als eerste openlijk homovaders van Nederland hebben we veel shit over ons heen gekregen. Ook vanuit de homobeweging, zelfs in Amsterdam. Het COC noemde ons nep-homo’s. Wat ik nu lastig vind is het nieuwe identiteitsdenken. Het eenzijdige beeld van homo’s als songfestival minnende groep, werkt beperkend voor mensen die hun seksualiteit aan het ontdekken zijn. Dat is net zo benauwend als waar ik vandaan kom. Elk jaar op Paarse Vrijdag een drag Queen op school uitnodigen heeft waarschijnlijk niet het effect dat je beoogt. Identiteitsdenken is ook een kastensysteem. Wat ik fijn vind is dat er wel een en-en mentaliteit is gekomen, waarbij aan homo’s ook gewoon gevraagd kan worden wanneer de kinderen komen.’

 

Geschreven door Sabine Meulenbeld (Specialist Seksuele Soevereiniteit, trainer, coach, therapeut. (www.sabinemeulenbeld.nl)

.