Draaikolk

Ik zit in de zoveelste Zoom-vergadering van deze week. We krijgen de resultaten te zien van een enquête. De miep die de presentatie aan elkaar lult, zegt dat 69% van de ondervraagden stressklachten heeft. En hoe zegt ze dat? ‘Dit lijkt me een mooi ontwikkelpunt.’ Wat is hier mooi aan? Bijna driekwart van deze organisatie begint te hyperventileren als ze aan hun werk denken. Deze arme mensen brengen het merendeel van hun wakkere leven door in benauwdheid en maag-draaiende angst. Dat is niet mooi, dat is een enorme rode vlag, een vuurpijl in het duister, een streep door de luchtkastelen waar het overige personeel op drijft.

Waarom moet alles toch zo positief zijn tegenwoordig? Ja, ja, we zitten op de top van het individualisme, zelfontplooiing is maar alles. Het zogenaamde Antropoceen, het tijdperk van de mens. Dit land heeft nog steeds geld zat, ook na een ruim jaar corona-crisis. De huizenprijzen stijgen de pan uit, alles is maakbaar. Zolang je geen ingewikkelde wensen hebt (zoals een vaste baan op niveau of een betaalbare woning) kan je alles bereiken. En de mensen die dat niet doen, móeten dus wel sukkelig bezig zijn.

Ik zeg: boe-hoe. Kappen daarmee. Hebben we dan niks geleerd van de piepende remmen toen de hele globale samenleving ineens stilstond, vorig jaar? Eerst was er die algemene paniek en hele verklaarbare angst voor de dood en toen…die rust! Die stilte! Meer wandelen in de natuur, meer verbinden met het gezin en als je eens geen zin had in een vergadering dan ‘viel ineens de wifi thuis uit’.

Ik vond het helemaal niet erg dat de sociale agenda ineens leegliep. En nu heb ik ook geleerd wat mijn tijd waard is: ik ga nooit meer naar de kring-zit-verjaardagen van verre aangetrouwde familieleden die ik de rest van het jaar óók niet wil spreken. Ik heb echt wel iets beters te doen. Al is het uit het raam staren naar de suïcidale ekster die bij onze katten uit de buurt probeert te blijven.

Die feestzomer waarin we even alles moesten inhalen, de grote Summer of Love 2021, zag ik dan ook al niet zitten. Nu Nederland ineens een schaamrode kleur krijgt toegewezen, komt mijn vakantie in gevaar en daar baal ik wel van. Ik had juist zo’n zin om eens naar andere natuur te gaan kijken, de soort wilde natuur waarin je écht doodgaat als je de weg kwijtraakt, de soort die we hier niet hebben met onze vee-roosters, klompenpaden en wegwijzertjes die streng waarschuwen dat dit hele land alleen toegankelijk is tussen zonsopgang en zonsondergang.

Even wég zijn, de hort op, onvindbaar in de bossen, telefoon uit, niks geen wifi. Het zit er niet in. En we hebben het echt zelf gedaan. Wij, de mensheid, hebben onszelf het leven onmogelijk gemaakt. Blijken we toch dommer dan de dieren, wie had dat gedacht, een paar jaar geleden? Dát is nou een mooi ontwikkelpunt.