Zomerserie: Non-monogamie (herh)

Een relatie tussen twee geliefden bestaat feitelijk uit vier richtingen van emotioneel verkeer: hoe ik met mezelf omga (1) en hoe jij met jouzelf omgaat (2), hoe ik jou benader (3) en hoe jij mij benadert (4). Alle interacties in een relatie zijn gekleurd door deze vier bronnen van emotie. Als iemand zegt dat ‘de relatie niet goed gaat’ dan is er iets mis in deze stromen van communicatie. Want de relatie an sich bestaat niet. Het is niet zo dat je samenwoont met je partner en dat de relatie ondertussen als pluizig huisdier door de kamer loopt.

Op het moment dat je een extra persoon toevoegt aan je liefdesleven, komen er vijf richtingen van emotioneel verkeer bij: personen A, B en C verhouden zich allemaal tot zichzelf en onderling tot elkaar. Teken het maar uit. Eén persoon extra komt dus neer op meer dan een verdubbeling van de emotionele stromen. Daarom moet er in een stabiele, consensuele, non-monogame relatie meer gepráát worden dan gesext. Daarom kan het zijn dat mensen heen en weer gaan tussen wel of niet monogaam: niet iedereen kan de (emotionele) ruimte opbrengen om zoveel communicatie te onderhouden. Alles is constant in beweging.

Even terug: consensuele non-monogamie, waar heeft Cat het nu weer over. Non-monogamie = alle andere vormen dan monogamie. Niet moeilijk uit te leggen.

Consensueel = iedereen stemt in met de gemaakte afspraken. Heel belangrijk: als je niet op de hoogte bent van een afspraak, kan je er niet mee instemmen. Als jouw partner met een ander wil vrijen, maar niet met je overlegt, dan is het wél non-monogamie, maar niet consensueel. Dan is het vreemdgaan. Transparantie is dus van het hoogste belang. Als jouw partner zonder condoom wil vrijen, als jouw partner op zaterdag wil uitslapen, als de andere vriend van jouw partner jóu er niet bij wil hebben op zíjn verjaardag, als wat dan ook – je moet het weten. Nog meer om over te praten!

Er zijn talloze vormen van consensuele non-monogamie. Mono-Poly: één partner wil wel andere relaties en één partner is monogaam. Polyamorie: langdurige liefdesrelaties met meerdere partners tegelijkertijd. Don’t ask don’t tell: doe wat je wilt buiten de deur, vertel me niks (dit gaat meestal niet lang goed). One penis policy: voorbehouden aan heterostellen, als er wel vrouwen bij mogen komen voor hete vrouwenseks of trio’s, maar er geen andere man mee mag doen (gaat meestal ook niet lang goed). Swingen: sex met andere mensen, meestal heterostellen onderling, zonder emotionele band. Wife-swapping: vrouwen ruilen voor een nachtje van partner, nadruk op plezier van de man (erg seventies, niet aan te raden).

Een rampzalige vorm is unicorn hunting: heterostel zoekt een ‘hot bi babe’ (hete biseksuele vrouw) om met beide partners tegelijk een relatie en sex te hebben. Met de gevoelens van de tweede vrouw in dit verhaal wordt meestal weinig rekening gehouden. Het wemelt van de stellen die dit een keer willen, het aantal vrouwen die er oprecht van genieten is sterk in de minderheid.

Andere losse vormen heten ‘vakantieregels’ of ‘carnavalsregels’: een stel maakt het uit voor een vastgestelde periode, zodat ze mogen sexen met wie ze maar willen. Daarna zijn ze weer monogaam. Sterrenclausule is hier een dromerig voorbeeld van: ik ben momenteel monogaam met mijn wederhelft, tenzij Antonio Banderas op de stoep staat. Dan stuur ik mijn partner via de achterdeur het huis uit, onderwijl mijn meest sexy lingerie aantrekkend.