Traumasensitief partnerschap (hoe ga je samen om met trauma?)

Nare gebeurtenissen uit het verleden kunnen grote impact hebben op je relatie(s) van nu, bijvoorbeeld omdat er (oude) angsten op de achtergrond meespelen wanneer er een conflictsituatie dreigt te ontstaan. Dat is lastig genoeg voor jezelf om mee te dealen, maar ook voor je partner kan het knap frustrerend zijn. Hoe vind je hier samen een weg in?

Het was een zonnige dag in mei, inmiddels acht jaar geleden, toen hij belde. Ik kwam net uit de collegezaal lopen en was onderweg naar mijn fiets. Ik herinner het me als de dag van gisteren: het eerste contact met Frank en hoe blij mijn hart toen voelde. Tegen al mijn verwachtingen in is dat gevoel nooit veranderd. Bij Frank zijn maakt me nog elke dag gelukkig. Destijds had ik nooit geloofd dat wij ooit bij elkaar zouden komen, dat ik überhaupt een serieuze relatie zou krijgen. Ik heb lang met de overtuiging geleefd dat ik ongeschikt was voor relaties, dat niemand het met mij zou volhouden en een relatie niet aan mij was besteed. Daar vond ik mezelf veel te ingewikkeld voor, en het leven trouwens ook.

Tot op zekere hoogte was ik me wel bewust van de impact van trauma in mijn leven, maar het werd pas echt voelbaar binnen mijn relatie met Frank. In de afgelopen jaren heb ik daar veel over geleerd, en hebben wij daar vooral ook samen veel over geleerd en in ervaren. Maar voor we in onze ervaringen duiken, is het goed eerst stil te staan bij wat trauma nu eigenlijk is.

 

Wat is trauma?
‘Trauma’ betekent letterlijk ‘verwonding’. Een mentale verwonding die kan ontstaan door dingen die er waren maar er niet hadden moeten zijn, zoals geweld of een ongeval. Maar ook door dingen die er hadden moeten zijn maar juist ontbraken, zoals voldoende aandacht en steun. Of iets voor iemand traumatisch is, is heel persoonlijk. Het is de subjectieve beleving die telt: hoe heeft iemand iets ervaren? Hoe bedreigend of overweldigend voelde dat?

Ook de gevolgen van trauma verschillen per persoon en kunnen heel divers zijn. Voor sommigen zijn ze vooral mentaal, voor anderen (ook) fysiek. Sommigen hebben er een periode last van, anderen hun hele leven. Uit veelvuldig onderzoek is gebleken dat een geschiedenis met trauma een belangrijke risicofactor is voor het ontwikkelen van talrijke psychische en lichamelijke aandoeningen, waaronder verslaving, psychose, stemmings- of eetstoornissen, auto-immuunziekten, hart- en vaatziekten, en blaas- en darmproblemen. Daarnaast kan trauma grote impact hebben op je zelfvertrouwen, je eigenwaarde, de mate waarin je in contact bent met je lijf en je emoties, het kunnen voelen en aangeven van grenzen en behoeften, en de mate waarin je kunt en durft te verbinden met mensen om je heen.

 

De impact van trauma op je relatie   
Wanneer traumatische ervaringen zich tussen mensen hebben afgespeeld, bijvoorbeeld in het geval van geweld of verwaarlozing, is de impact op emotioneel en sociaal vlak vaak groter dan wanneer iemand bijvoorbeeld slachtoffer is geworden van een natuurramp of verkeersongeval. Doet een ander mens jou iets aan dan kan dit je vertrouwen in jezelf en anderen enorm beschadigen, maken dat je sociaal contact liever uit de weg gaat, of dat je juist extreem gaat pleasen om anderen maar te vriend te houden. De gevolgen van interpersoonlijk trauma, zoals dit ook wel wordt genoemd, worden binnen een relatie dan ook vaak snel voel- en merkbaar. Voor beide partijen. Temeer omdat het hebben van een relatie an sich al een fikse uitdaging kan zijn: het kan bewust en onbewust van alles triggeren met betrekking tot afstand en nabijheid, wantrouwen en vertrouwen, intimiteit en seksualiteit – wezenlijke thema’s binnen een relatie.

Hoewel de gevolgen van trauma dus heel divers en persoonlijk kunnen zijn, is het inmiddels onze ervaring dat wij bepaald niet alleen zijn in de uitdagingen die wij ervaren. We hopen dan ook dat het hier iets over delen voor anderen waardevol kan zijn. Iets van herkenning, erkenning en handvatten kan bieden. Als wij naar de impact van trauma op onze relatie kijken, zijn er met name drie thema’s waarin dit het sterkst naar voren komt. Voor ons beiden soms net op een andere manier of met een andere betekenis. We lichten ze graag toe.

 

Angst voor conflict

Anne: “Het eerste thema waarin we de gevolgen van trauma met regelmaat tegenkomen is dat van conflict. Ik vind conflict, laat staan ruzie, heel lastig en doe er veel voor om het uit de weg te gaan. Dat betekent ook dat ik me soms niet uitspreek en dat ik al snel geneigd ben het gewenste antwoord te geven zodat de ander niet boos wordt. Van mensen die hun stem verheffen of ruzie maken word ik bang, ook wanneer ik er niets mee te maken heb. Wordt de (ervaren) dreiging te groot, dan kan ik dissociëren en helemaal uit contact raken. Dit heeft al meer dan eens voor lastige situaties tussen mij en Frank gezorgd. Hij heeft van nature een behoorlijk stemvolume en gaat een conflict niet uit de weg. Echt ruzie hebben we nog nooit gemaakt, wel hebben we moeten leren om op zo’n manier te discussiëren dat ik erbij kan blijven. Als Frank gepassioneerd raakt, of ronduit gefrustreerd, gaat zijn stemvolume omhoog en mijn interne alarmbel loeien. In het slechtste geval blokkeer ik dan volledig. Ook had ik lang de angst en de overtuiging dat een conflict wel moest uitmonden in agressie, afwijzing en/of verlating. Dat is tussen ons gelukkig nog nooit gebeurd, en inmiddels vertrouwt mijn systeem er steeds meer op dat ook als we het oneens zijn en Frank misschien hard gaat praten er in de basis niets aan de hand is en we gewoon oké zijn samen.”

Frank: “Het thema conflict zou ik als ‘partner van’ willen onder verdelen in drie categorieën: conflict met het verleden, conflict met mezelf en conflict in de relatie. Het conflict met het verleden is voor mij het meest ongrijpbare conflict. Het gevoel dat je iemand met terugwerkende kracht wilt beschermen is een zeer frustrerend gevoel. De boosheid die je kunt voelen over een gebeurtenis waar je niet bij was is met enige regelmaat zo groot dat je graag het verleden naar het nu wilt halen en het alsnog recht wilt zetten, of in ieder geval genoegdoening wilt voelen. Tegelijkertijd is het uiten van dit gevoel niet helpend in het samen zijn. Met mijn boosheid kan Anne niks, hoe terecht die boosheid misschien ook is.

Dit maakt gelijk ook het conflict met mezelf. Bij ons is het verleden nooit een geheim geweest, maar ik heb moeten leren begrijpen hoe de geschiedenis nog zo van impact kan zijn in het hier en nu. Zeker in het begin snapte ik haar reacties niet en betrok ik het op mezelf. Als zij stil was, voelde ik me niet interessant genoeg. Als zij schrok van iets, was ik de aanstichter. Hoe kon ik dat als partner niet snappen? Waarom kon ik de veiligheid niet bieden die ik wel dacht te geven? Hoe kan het dat ik haar juist door op mijn handen te gaan zitten meer steun dan door direct oplossingen aan te dragen, wat mijn eerste neiging is? Deze onbegrepen reacties, soms van beide kanten, zorgden ervoor dat er ook tussen ons “conflict” kon ontstaan. Soms voelt het alsof we wel drie talen van elkaar moeten verstaan. De taal van wat we zeggen, ons gevoel in het nu en de reacties op dat gevoel uit het verleden. Dat zit soms al in heel kleine dingen. In ons geval is conflict zelf al een reden tot conflict. Voor mij is een conflict niet direct iets negatiefs, het kan juist ook goed en waardevol zijn om te botsen. Voor Anne is dat heel anders. Mijn gepassioneerde manier van praten, ook als ik het ergens niet mee eens ben, kan leiden tot een acuut stilvallen bij haar. En een conflict vervolgens in je eentje uitvechten, als de ander letterlijk en figuurlijk niet thuis geeft, is enorm frustrerend. Onze “conflicten” hebben dus afstemming vooraf nodig, en daar worden we steeds beter in.”

 

Angst voor verlating

Anne: “Je zou het een oerangst kunnen noemen, de angst voor verlating. Ik ken het in verschillende gradaties en vormen, en soms voelt die angst allesoverheersend. Het kan gaan over zelf verlaten worden, maar ook om de intense angst dat er iets aan de hand is, dat een dierbare niet terug zal komen. Als iemand bijvoorbeeld te laat is en/of ik geen contact kan krijgen, is die persoon in mijn hoofd al vrij snel dood, tot het tegendeel is bewezen. Ik denk snel in doemscenario’s, en ook dat gaat in de kern over de angst om verlaten te worden, om alleen achtergelaten te worden. Er zijn periodes dat ik heel snel ongerust ben, meestal wanneer ik niet goed in mijn vel zit en me kwetsbaar voel. Alsof ik dan meer en vaker bewijs nodig heb dat de ander er echt nog is, nog leeft. In het begin van onze relatie was mijn angst voor verlating groot. Ik durfde er niet echt op te vertrouwen dat Frank zou blijven en zocht steeds naar signalen dat hij weg zou gaan. ‘Zie je wel!’ dacht ik dan. Eén avond kwam hij een uur later thuis dan gepland en kreeg ik hem niet te pakken. Toen ben ik bijna vertrokken. Die stress trok ik niet. ‘Liever de rest van mijn leven alleen, dan nog een keer verlaten worden’, dacht ik. Ik ben gelukkig gebleven, en heb hem uit kunnen leggen wat het met me deed, en waarom. Hij was zich van geen kwaad bewust en heeft me sinds die avond nooit meer zo lang op een teken van leven laten wachten.”

Frank: “‘Ik zat al bijna in de trein terug naar Maastricht’, zei ze toen ik haar belde op de terugweg van een gezellige avond met vrienden. Ik had niet gereageerd op haar berichtjes en kwam later dan ik had aangegeven thuis. Zij was helemaal overstuur. Anne’s angst dat ik bij haar weg zou gaan, of niet terug zou komen, is iets wat zeker in het begin van onze relatie een terugkerend thema is geweest. Ze kon in kleine dingen al verlating voelen, en ik was me dan nergens van bewust. Ik was er toch gewoon?
Na een intensieve traumabehandeling was er ook een periode dat ze regelmatig dissocieerde en min of meer zichzelf verliet. Ik herinner me een moment waarin ik ’s avonds in de schemering thuiskwam en er nog geen licht brandde in huis. Dat vond ik vreemd. Ze lag voor de bank op de grond, uit contact en vermoedelijk op een plek waar ze niet wilde zijn. Haar in zo’n staat meemaken was naar. Gelukkig konden we het daar wel goed over hebben en hebben we manieren gevonden om daarmee om te gaan. Met rust en liefde kreeg ik haar steeds sneller “terug” en leerde ik beter anticiperen op signalen van dreigende dissociatie. Op beide vlakken van verlating – zowel haar angst voor verlating door mij als het verlaten van zichzelf – is er nu veel meer rust. Het haar even laten weten wanneer een afspraak uitloopt, zit inmiddels in mijn systeem. Kleine moeite, grote winst.”

 

Angst voor seksualiteit

Anne: “Het lastigste thema misschien wel: seksualiteit. Maar ook een heel wezenlijk thema, waarop trauma grote impact kan hebben. Het kan binnen een relatie, zo ook de onze, enorm lastig en verdrietig zijn als op dit vlak behoeften en beleving ver uit elkaar liggen. Ik heb mijn lichaam lang als mijn vijand ervaren, als iets waar ik tegen vocht en zo min mogelijk mee geconfronteerd wilde worden. Lichamelijk contact en aanraking vind ik dan ook niet per se fijn, en soms ronduit moeilijk of beangstigend. Dat is ontzettend naar om te ervaren in relatie tot iemand waar je van houdt, en diegene van jou. Mijn hoofd weet wel dat het oké is en fijn mag zijn, maar soms wil mijn lichaam daar niet aan. Dat ik het zo moeilijk vind om daar woorden aan te geven maakt het voor ons allebei niet makkelijker. Ik voel me regelmatig een mislukte vrouw, kan boos zijn op mezelf en het er niet over willen hebben. Dat werkt over het algemeen niet bevorderend. Ook hierover praten, juist hierover praten, is belangrijk. Tegelijkertijd is mijn neiging tot vermijden op dit vlak groot. Er niet over praten, niet aan denken, doen alsof het er niet is. Maar het is er wel, en het voelt naar Frank toe niet eerlijk om het er maar bij te laten. Het is helpend als ik hem mee kan nemen in waar ik ben, en waarom, om hem te laten weten dat het niet aan hem ligt. En om samen te blijven zoeken naar wat en hoe wel. Goddank vind ik samen knuffelen wel heel fijn. Dat had ik überhaupt al nooit verwacht.”

Frank: “Het grootste gevoel van falen als partner ervaar ik op het vlak van intimiteit. Of eigenlijk vooral dat van seksualiteit. Intiem kunnen we zijn, gelukkig. We knuffelen wat af. Mijn aantrekkingskracht tot haar gaat alleen verder dan knuffelen, iets wat niet vanzelf gaat. Alle gedachten zijn al wel bij me langs geweest, als het hierover gaat. ‘Ze vindt me niet aantrekkelijk genoeg’, ‘ik presteer niet goed genoeg als minnaar’, ‘ze wil er zelf niks aan veranderen’, ‘als ik nu toch doorzet wil ze misschien wel’, ‘als ik nou gewoon heel lang wacht komt ze misschien zelf naar me toe’, et cetera. Zelf vind ik het heel lastig als de reactie op aanrakingen vanuit liefde een tegenovergesteld effect hebben en soms juist angst veroorzaken. De grootste zoektocht blijft: het moment vinden om het erover te hebben. Dit gesprek hoort niet plaats te vinden als ik bot vang en het haar niet lukt om vanuit het hier en nu te reageren en haar lichaam vast zit in het verleden. We hebben veel begrip voor elkaar –gelukkig wel – maar voor ons allebei is de emotie en beleving rondom seksualiteit zo anders! Voor mij is seksualiteit niet leidend voor mijn gevoel van liefde voor haar. Het is wel een vorm van het uiten van mijn liefde waar ik zelf behoefte aan heb. Samen zoeken we voor onszelf en voor ons beiden naar manieren om hiermee om te gaan.”

 

Onze tips rond traumasensitief partnerschap 

Anne: “Kennis helpt, daar ben ik van overtuigd. Kennis over trauma en de gevolgen, maar zeker ook kennis van elkaars geschiedenis en gebruiksaanwijzing. Wij zijn vanaf het begin van onze relatie heel open naar elkaar geweest over onze hoogte- maar vooral ook dieptepunten. Als je weet waar iemand vandaan komt kun je bepaalde reacties of gedrag beter plaatsen, en betrek je dingen niet direct op jezelf. Over open zijn: doe wat goed voelt voor jou, voor jullie. Je hoeft niet alle details met elkaar te delen, maar iets van context is voor de ander wel fijn. En heb het ook over wat wel werkt, wat helpend is, waar de ander misschien rekening mee kan houden. Dat geldt voor de persoon met trauma, maar ook voor zijn of haar partner. Maak daarin ruimte voor elkaar en elkaars beleving. You’re in it together. Daar zit ook de kracht en ruimte voor heling.”

Frank:” Voor iemand die eigenlijk alleen in oplossingen kan denken is mijn eerste tip net zo tegenstrijdig als dat het helpend is gebleken: probeer op je handen te zitten als het gaat over het (willen) oplossen van dingen waar je tegenaan loopt. Iedere oplossing die je verzint, is een oplossing vanuit jouw perspectief en bedacht vanuit jouw geschiedenis. Dit betekent niet dat je niks kunt doen. Praat met elkaar! Stel elkaar vragen en stem af. Geef daarbij je eigen gevoelens wel degelijk aan, cijfer jezelf als partner niet weg maar leer ook de kunst van het luisteren, ook naar de taal die niet wordt gesproken. Neem jezelf niet kwalijk dat je soms boos, gefrustreerd of machteloos bent en probeer het haar (of hem) ook niet kwalijk te nemen. En ik bedenk regelmatig dat ze het mooiste is wat me in het heden is overkomen. Ons daar bewust van zijn is de beste manier om de geschiedenis een lesje te leren.”

 

 

Tekst door: Anne Marsman is psycholoog, trainer bij Trauma Company en initiatiefnemer van Traumanet.nl. Het is haar missie bij te dragen aan meer kennis en begrip rondom trauma. En door Frank Bonekamp is directeur van stichting Socialrun en De Zaek. Hij zet zich op velerlei manieren in voor een inclusieve samenleving.

Illustraties door: Roderique Arisiaman (Dracorubio) & Midjourney AI