Voortbestaan

Tijdens de ochtendwandeling zag ik twee zwanen samen zwemmen (snel uitspreken!). Zwanen behoren tot de zeldzame groep dieren die daadwerkelijk monogaam zijn. Er zijn andere vogels die ook graag bij elkaar blijven: hoe groter de vogel, hoe groter de kans dat ze aan vaste paarvorming doen. Roofvogels, albatrossen, kraaien kunnen monogaam zijn. Vinkjes en mussen wisselen vaak per nest van partner. Wat de vogels wel voor hebben op ons tweevoetige zoogdieren, is dat de vaders en de moeders vaak samen voor het kroost zorgen, van uitbroeden tot wormen uitbraken tot vliegles. Daar kunnen we nog een voorbeeld aan nemen (behalve dat uitbraken dan), in onze maatschappij waar nog steeds het leeuwendeel van kinderverzorging door moeders wordt gedaan.

Maar ik wil het over monogamie hebben, of vooral over de precaire staat daarvan. Onder zoogdieren is monogamie niet een natuurlijke staat van zijn, wat kerk en staat daar ook van mogen zeggen. Slechts 5% van de zoogdieren is voor het leven samen met dezelfde partner, blijkt uit onderzoek van Zoe Donaldson van de University of Colorado.

Mensen horen bij die 5% van monogame zoogdieren, maar we zijn er niet erg goed in.  Vanavond heb je toch niets te doen door die avondklok, dus schrijf even mee: van de eerste twintig vrienden en familieleden die in je opkomen, hoeveel daarvan is nog samen met hun allereerste partner? Als ik zo’n lijstje maakt, kom ik op maximaal vier van de twintig mensen. Nogal wiedes, zeggen jullie dan, want Cat kent natuurlijk alleen maar hippies in polyamoreuze communes. Nou nee. In mijn lijstje zaten vooral brave familieleden, van wie er niet één samen is met hun eerste liefde.

Wat wel interessant is, is dat dieren schijnbaar vooral monogaam worden als de aanwezigheid van de vader noodzakelijk is voor het overleven van het nageslacht. Dus als de papa de moeder moet verdedigen of moet helpen om het kroost genoeg eten te brengen, zodat het groot en sterk kan worden om zelf weer voort te planten. Als het voortbestaan van de soort in het gevaar is, komen de vaders in het geweer.

De gehele mensheid kan inmiddels niet meer voortbestaan zonder elkaar. Alsof het nog niet erg genoeg is dat we de kinderen thuis les moeten geven… als we nu ons eigen eten zouden moeten verbouwen, zou het hele gezin binnen een week dood zijn. Anderhalve week als we het over ons hart kunnen verkrijgen om de katten te roosteren. We zijn volstrekt afhankelijk van andere mensen die het eten verbouwen, vervoeren en verkopen. Kortom, beide ouders moeten er op dit moment hard aan trekken om het beste voor hun kinderen te realiseren.

Even afgezien van de praktische kant: van meer volwassen voorbeelden, groeien kinderen evenwichtiger op. It takes a village to raise a child, een bekende uitdrukking die inmiddels wetenschappelijk bewezen is. Ook alle monogame tweeverdieners leunen op een enorm netwerk om hun kinderen op te voeden: grootouders, school, BSO, oppas, sportkamp. Toch blijft een nucleus van vader-en-moeder het enige ‘normale’ beeld. Ouders die alleen zijn, of met meer dan twee, worden scheef aangekeken of krijgen impertinente vragen te horen, vaak vermomd als bezorgdheid.

Het wetenschappelijke bewijs is allang geleverd: monogamie is niet de enige natuurlijke leefwijze voor de mensheid. Als je ervoor wilt kiezen, is dat prima (doe ik momenteel ook). Maar houd op met de monogamie als normatieve standaard te hanteren voor een diersoort die niet aan de parameters voldoet. Liefde is belangrijk, niet hoe die eruit ziet.